Als tolk vertaal je gesprekken (dialogen) of monologen zoals speeches en lezingen. Je vertaalt mondeling en live van de ene naar de andere taal. Je moet dus de taal van de spreker kunnen begrijpen en de moedertaal of andere taal van de toehoorder kunnen spreken. En in het geval van een gesprek dus beide talen kunnen begrijpen en spreken. Een tolk is dus minimaal gespecialiseerd in 2 talen en vaak nog meer. Je woordenschat, taalkennis, waaronder relevante vaktaalkennis, moeten zeer uitgebreid zijn. Daarnaast kun je je specialiseren als bijvoorbeeld Conferentietolk, Gerechtstolk, Gebarentolk. Voor sommige tolkfuncties moet je je laten beëdigen als officieel tolk. Je kunt op verschillende manieren tolken: simultaan (direct) tolken of consecutief (nadat iemand heeft gesproken). Sommige tolken vertalen naast gesprekken ook geschreven teksten, je werkt dan als zogenaamd Vertaler.
Je werkt als tolk bij een tolk- en vertaalbureau, internationaal opererend bedrijf, de media (internet, tv, radio, uitgeverij enzovoorts), bank, verzekeringsmaatschappij, overheidsinstantie voor bijvoorbeeld internationale betrekkingen (ambassade/ministerie), het Europees parlement, congrescentrum, een rechtbank of als zelfstandige.
De taken van een tolk zijn onder andere:
-
Ontwikkelingen in je taalgebieden volgen
-
Achtergrondinformatie lezen over gespreksonderwerpen
-
Achtergrondinformatie lezen over sprekers/toehoorders
-
Relevante vaktaal/jargon leren
-
Reizen naar locaties
-
Tolken
-
Nabespreken
-
Rapporteren