U bestuurt verkeersvliegtuigen op nationale, continentale en intercontinentale vluchten. Uw taken zijn onder andere: boordinstrumenten controleren en ook systemen voor radioverbinding en radar- en controleapparatuur in cockpits, passagiers geruststellen tijdens noodlandingen (via intercoms), leidinggeven aan bemanningsleden, passagiers en vrachten vervoeren, vluchtplannen doornemen, logboeken bijhouden, met co-piloten overleggen.