U verricht wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de filosofie. U doet onderzoek naar fundamentele kwesties op het gebied van de werkelijkheid, natuur, maatschappij, wetenschap en de mens. Uw taken zijn onder andere: vakliteratuur bestuderen, onderzoeksvragen formuleren, werken met wetenschappelijke methodes en modellen om antwoord te krijgen op onderzoeksvragen, onderzoeksassistenten inschakelen, met opdrachtgevers overleggen, onderzoeksresultaten publiceren en presenteren, wetenschappelijke artikelen schrijven.
Persoonlijkheid Filosoof
- Onderzoekend
- Mensgericht
- Gestructureerd
Het onderzoekende persoonstype is gericht op het verzamelen van gegevens en het vinden van verklaringen en oplossingen. Kernwoorden zijn observerend, analyserend en logisch redenerend. (Tip: onderzoek jezelf; doe de gratis persoonlijkheidstest!)
Het mensgerichte persoonstype is gericht op contact met mensen. Kernwoorden zijn dienstverlenend, communicatief vaardig en samenwerkend (leestip: Karaktereigenschappen).
Het gestructureerde persoonstype is gericht op duidelijke, afgebakende werkzaamheden. Kernwoorden zijn systematisch, methodisch en risicomijdend.
De persoonlijkheid van een Filosoof bestaat dus uit bovenstaande typeringen in volgorde van belangrijkheid weergegeven. Inzicht in je persoonlijkheid en karaktereigenschappen is vaak belangrijk in je carrière, bijvoorbeeld bij een sollicitatie. Wil je meer weten over jouw "personality"? Lees dan verder in het artikel Persoonlijkheid of doe één van de gratis of uitgebreide tests.
Competenties Filosoof
- Analyseren
- Assertief zijn (Assertiviteit)
- Besluitvaardig zijn
- Conflicten hanteren (Conflicthantering)
- Leidinggeven
- Mondeling uitdrukken
- Onafhankelijk zijn (Autonomie)
- Schriftelijk uitdrukken
- Beoordelen/Oordelen
- Coachen
- Durf hebben
- Instructie geven (Instrueren)
- Nauwkeurig zijn (Detailgerichtheid)
- Netwerken
- Ondernemen (Zakelijk inzcht)
- Overtuigen
- Plannen en organiseren
- Relaties opbouwen (Sociabiliteit)
- Stressbestendig zijn (Stresstolerantie)
- Visie hebben
Analyseren: De onderdelen van een probleem of situatie systematisch in onderdelen splitsen om het beter te kunnen begrijpen.
Assertief zijn: Op een goede manier opkomen voor je eigen belang, mening of visie, voor het belang van de organisatie en/of voor gestelde doelen.
Besluitvaardig zijn: Vlot de juiste beslissingen nemen.
Conflicten hanteren: Het zodanig handelen bij een (opkomend) conflict dat escalatie wordt voorkomen en er wederzijdse instemming en/of begrip over het onderwerp van conflict en de ontstane situatie kan plaatsvinden.
Leidinggeven: Het sturen van gedrag van individuen en groepen (team/afdeling/divisie).
Mondeling uitdrukken: Met gemak goed en vlot (Nederlands) kunnen praten.
Onafhankelijk zijn: Een eigen mening of visie op bijvoorbeeld werkprocessen of dienstverlening hebben en die gebruiken om het werk goed te laten verlopen en de missie van de organisatie te laten slagen.
Schriftelijk uitdrukken: Met gemak goed en vlot (Nederlands) kunnen schrijven. Dit is in veel beroepen belangrijk, maar vooral als er in het beroep meer schrijftaken zitten dan gemiddeld of als het schrijven voor een groter publiek is bedoeld.
Beoordelen: Op basis van een (objectieve) benadering van feiten en criteria en een daaropvolgende logische conclusie een waardering toekennen.
Coachen: Het begeleiden van een individu of groep in een proces van positieve verandering.
Durf hebben: Bepaalde activiteiten uitvoeren om doelen te bereiken ondanks de persoonlijke risicos die er zijn.
Instructie geven: Duidelijke aanwijzingen geven over hoe iets gedaan moet worden. Dit kunnen instructies over werkwijze, veiligheid, gezondheid, hygiene en sociale omgang zijn.
Nauwkeurig zijn: Details zoals bedragen, getallen, centimeters, grammen en dergelijke vlot en juist te kunnen meten/berekenen, verwerken en gebruiken.
Netwerken: Het opbouwen van (vaak aan elkaar gekoppelde) relaties ofwel connecties en het inzetten van deze relaties om (organisatie)doelstellingen te bereiken.
Ondernemen: Het zien van winstkansen in de markt voor producten en diensten, de bijbehorende (verantwoorde) risicos (durven) nemen en het proces van het organiseren van doelstellingen en taken aansturen.
Overtuigen: Het zorgen dat anderen een mening, gedachtegang, plan en/of idee overnemen door de juiste argumenten en sfeer te gebruiken.
Plannen en organiseren: Het vastleggen van werkzaamheden in een tijdschema en het regelen van de middelen en mensen die nodig zijn voor die werkzaamheden.
Relaties opbouwen: Het gemakkelijk en vlot contact maken met (onbekende) mensen.
Stressbestendig zijn: Werkzaamheden op het gevraagde niveau blijven doen als de werkomstandigheden (opeens) moeilijk worden door een probleem, crisis, drukte in de directe omgeving, niet werkende apparatuur enzovoorts, kortom door een verhoogde werkdruk.
Visie hebben: Een beeld kunnen schetsen van de middellange en lange termijn vanuit je professionele blik en expertise.
Als je de beroepscompetenties hebt die hierboven worden beschreven, dan sluit dit beroep goed aan bij jouw talenten. Heb je de competenties (nog) niet dan kun je deze misschien ontwikkelen. Als je echt hele andere competenties hebt, dan is Filosoof misschien niet het juiste beroep voor je. Het is belangrijk dat je jouw competenties en talenten kunt gebruiken in je werk, dan heb je namelijk meer kans op een succesvolle carrière en op werkgeluk. Wil je meer weten over competenties in het algemeen? Ga dan eens naar het artikel Competenties. Je vindt daar ook de gratis competentietest.