Als docent beroepsonderwijs 1e graad geef je les in het beroepsonderwijs (MBO, HBO of Universiteit). Je docentopleiding is een masteropleiding tot eerstegraads leraar voortgezet onderwijs. Je geeft daar les in het specialisme van de docentopleiding of vakinhoudelijke masteropleiding die je hebt afgerond. Dus als je de eerstegraads lerarenopleiding Economie hebt afgerond, dan werk je als docent Economie. Maar heb je daarnaast ook de vakinhoudelijke masteropleiding ICT afgerond dan kun je ook lesgeven in ICT op dit niveau. Docent worden zonder meerjarige docentopleiding kan overigens met een basiskwalificatie onderwijs (BKO) ofwel een pedagogisch didactisch getuigschrift (PDG). Dan heet het beroep echter docent 2e graad en mag je lesgeven in het vakgebied van je (niet-docenten) opleiding zoals de opleiding Verpleegkunde of Economie.
Je werkt als docent beroepsonderwijs 1e graad bij een Regionaal OpleidingsCentrum (ROC) waar het MBO is georganiseerd, bij een hogeschool of bij een universiteit. Daar werk je samen met de docent 2e graad, onderwijsassistent, decaan, schoolpsycholoog
en anderen.
De taken van een docent beroepsonderwijs 1e graad zijn onder andere:
-
Lessen voorbereiden
-
Leerstof uitleggen
-
Lesopdrachten bedenken
-
Huiswerk opgeven
-
Toetsen opstellen
-
Toetsen afnemen, corrigeren en beoordelen
-
Studieresultaten van studenten bijhouden
-
Studenten begeleiden bij hun stage
-
Studenten bespreken met collega's
-
Studentgesprekken voeren
-
Specialisatie gebonden taken (een docent scheikunde zal bijvoorbeeld diverse scheikundeproeven voorbereiden en uitvoeren)
Persoonlijkheid Docent beroepsonderwijs (1e graad)
- Mensgericht
- Ondernemend
- Creatief
Het mensgerichte persoonstype is gericht op contact met mensen. Kernwoorden zijn dienstverlenend, communicatief vaardig en samenwerkend (leestip: Karaktereigenschappen).
Het ondernemende persoonstype is gericht op leidinggeven en verkopen. Kernwoorden zijn initiatiefrijk, commercieel en risiconemend.
Het creatieve persoonstype is gericht op werk waarbij de grenzen niet vooraf zijn bepaald. Kernwoorden zijn creatief, innovatief en expressief.
De persoonlijkheid van een Docent beroepsonderwijs (1e graad) bestaat dus uit bovenstaande typeringen in volgorde van belangrijkheid weergegeven. Inzicht in je persoonlijkheid en karaktereigenschappen is vaak belangrijk in je carrière, bijvoorbeeld bij een sollicitatie. Wil je meer weten over jouw "personality"? Lees dan verder in het artikel Persoonlijkheid of doe één van de gratis of uitgebreide tests.
Competenties Docent beroepsonderwijs (1e graad)
- Assertief zijn (Assertiviteit)
- Beoordelen/Oordelen
- Coachen
- Conflicten hanteren (Conflicthantering)
- Instructie geven (Instrueren)
- Interpersoonlijk bewustzijn (Sociale sensitiviteit)
- Leidinggeven
- Mondeling uitdrukken
- Overtuigen
- Plannen en organiseren
- Relaties opbouwen (Sociabiliteit)
- Stressbestendig zijn (Stresstolerantie)
- Vakgericht zijn (Specialistisch)
- Zorgzaam zijn (Hulpvaardigheid)
Assertief zijn: Op een goede manier opkomen voor je eigen belang, mening of visie, voor het belang van de organisatie en/of voor gestelde doelen.
Beoordelen: Op basis van een (objectieve) benadering van feiten en criteria en een daaropvolgende logische conclusie een waardering toekennen.
Coachen: Het begeleiden van een individu of groep in een proces van positieve verandering.
Conflicten hanteren: Het zodanig handelen bij een (opkomend) conflict dat escalatie wordt voorkomen en er wederzijdse instemming en/of begrip over het onderwerp van conflict en de ontstane situatie kan plaatsvinden.
Instructie geven: Duidelijke aanwijzingen geven over hoe iets gedaan moet worden. Dit kunnen instructies over werkwijze, veiligheid, gezondheid, hygiene en sociale omgang zijn.
Interpersoonlijk bewustzijn: De beweegredenen, gedachten, emoties en/of de belangen van de ander in beeld hebben.
Leidinggeven: Het sturen van gedrag van individuen en groepen (team/afdeling/divisie).
Mondeling uitdrukken: Met gemak goed en vlot (Nederlands) kunnen praten.
Overtuigen: Het zorgen dat anderen een mening, gedachtegang, plan en/of idee overnemen door de juiste argumenten en sfeer te gebruiken.
Plannen en organiseren: Het vastleggen van werkzaamheden in een tijdschema en het regelen van de middelen en mensen die nodig zijn voor die werkzaamheden.
Relaties opbouwen: Het gemakkelijk en vlot contact maken met (onbekende) mensen.
Stressbestendig zijn: Werkzaamheden op het gevraagde niveau blijven doen als de werkomstandigheden (opeens) moeilijk worden door een probleem, crisis, drukte in de directe omgeving, niet werkende apparatuur enzovoorts, kortom door een verhoogde werkdruk.
Vakgericht zijn: Ruim voldoende kennis en vaardigheden hebben in een heel specifiek vakgebied.
Zorgzaam zijn: De bereidheid om mensen te helpen waar zorg/hulp nodig is en te bekijken wat mensen zelf kunnen doen (zelfredzaamheid).
Als je de beroepscompetenties hebt die hierboven worden beschreven, dan sluit dit beroep goed aan bij jouw talenten. Heb je de competenties (nog) niet dan kun je deze misschien ontwikkelen. Als je echt hele andere competenties hebt, dan is Docent beroepsonderwijs (1e graad) misschien niet het juiste beroep voor je. Het is belangrijk dat je jouw competenties en talenten kunt gebruiken in je werk, dan heb je namelijk meer kans op een succesvolle carrière en op werkgeluk. Wil je meer weten over competenties in het algemeen? Ga dan eens naar het artikel Competenties. Je vindt daar ook de gratis competentietest.